De gemeenteraad van Barendrecht heeft op 29 juni 2009 unaniem definitief nee gezegd tegen de opslag van CO2 onder de Barendrechtse bodem.
Bijna 1,5 jaar nadat Shell haar plannen rondom de CO2 opslag ontvouwde, is de raad zover een besluit te nemen. Het gevraagde besluit ligt nu voor ons: een negatief principebesluit te nemen over het initiatief van Shell om CO2 op te slaan in de ondergrond van Barendrecht.
Ons nee is geen emotioneel nee. Ons nee is geen nee dat komt door een valse start in het informeren, ons nee is niet ingegeven door angst. Ons nee is gebaseerd op gegronde feiten, cijfers en argumenten.
Ons dreigend nee heeft ministers wakker geschud. We zagen de afgelopen weken de ministers Cramer en van der Hoeven langs komen. College, gemeenteraad, maar ook de Barendrechtse burgers hebben duidelijk gemaakt wat ons hier bezig houdt.
CCS en klimaatbeleid
In alle gesprekken met de ministers en ook uit het persbericht, dat vrijdag 26 juni 2009 door beide ministers is uitgegeven blijkt dat zij CCS (Carbon Capture en Storage) blijven zien als dé oplossing om op korte termijn te komen tot reductie van CO2 . Over nut en noodzaak van de CO2 – opslag in het algemeen gaat de lokale politiek niet en die discussie hebben we de afgelopen maanden in Barendrecht dan ook niet gevoerd. Wij beperken ons tot het onderzoeken van de feiten en argumenten om een besluit voor Barendrecht te nemen.
De grootste vraag blijft natuurlijk waarom dan uitgerekend in het dichtbevolkte Barendrecht een demonstratieproject voor de opslag van CO2 te starten? Dat antwoord konden de ministers tot nu toe niet geven.
Vragen bij het MER en aanvullende onderzoeken
Er zijn nog vele vragen ook na het positieve advies van de commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) over de opslag van CO2 in Barendrecht.
De CDA-fractie geeft al vanaf de start van de plannen in Barendrecht aan dat onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken nodig zijn om te bewijzen dat het CO2 daadwerkelijk onder de grond blijft.
Voor ons zijn onderzoeken pas echt onafhankelijk als er geen instituten en geen onderzoekers betrokken zijn, die een binding hebben of hebben gehad met Shell, TNO en Tebodin. Bovendien moeten ze ook niet betrokken zijn bij het opstellen van de referentiedocumenten. Deze documenten zijn de grondslag voor het MER. Dit geldt ook voor verificatiebedrijven, die nu al betrokken zijn bij CO2 -opslag projecten.
De CDA-fractie vraagt dit niet omdat zij twijfelt aan de oprechtheid van genoemde bedrijven of onderzoekers.
Wij vragen, dit omdat wij een maximale zekerheid willen hebben of bij de veiligheidsaspecten en risico-analyse niets en dan ook niets over het hoofd wordt gezien.
De onafhankelijke onderzoeken zien wij op het terrein van de geologische bodemgesteldheid en ook bij de aannames, die in het MER gemaakt worden bij de modellen.
De modellen blijken niet te werken bij een lage windsnelheid. Het is juist bij die lage windsnelheden dat het gevaar bestaat dat CO2 , een zwaar gas, boven het maaiveld blijft hangen. Juist door het niet verwaaien van het gas kunnen er concentraties CO2 voorkomen, die extra risico’s geven voor de gezondheid van mens en dier. Het zijn wel de uitkomsten van de mogelijk onvolledige modellen, die de commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r) tot een positief advies bracht over dit demonstratieproject.
De CDA-fractie kan de feiten en argumenten overziend geen andere conclusie trekken dan niet aan alle eisen van het Barendrechtse toetskader is voldaan.
Dat betekent dat de veiligheid van onze burgers niet maximaal is gewaarborgd.
Dat is toch vreiste nummer 1 om een dergelijk project te starten?
Hoe nu verder?
Het besluit van de gemeenteraad staat na vanavond vast. Dat is helaas geen garantie dat het gas hier niet opgeslagen wordt. Wel hebben de ministers aangegeven dat de veiligheid van het project maximaal moet vaststaan.
De Tweede Kamer en ook de Provinciale Staten van Zuid-Holland willen bij de plannen voor opslag van CO2 in Barendrecht betrokken blijven. Dat is een goede zaak
Vrijdag kreeg het college antwoord op de vraag van het gemeentebestuur om het project in Barendrecht te stoppen. Het antwoord van de ministers is duidelijk, nee dat doen wij niet. Dat betekent dat voor de ministers Barendrecht als locatie nog steeds in beeld is. En dat ook na ons nee van vanavond blijft.
Pas op het moment dat de provincie en ministers een positief besluit hebben genomen wordt duidelijk of de Rijkscoördinatieregeling wordt toegepast.
Er moet dan aangetoond worden dat dit demonstratieproject een nationaal belang dient. Bovendien is het lokale draagvlak belangrijk.
Het lokale draagvlak is genoegzaam bekend: dat is er niet. Maar of dat belangrijk genoeg is dat blijft de vraag.
Wordt er echt een nationaal belang gediend?
Wat doet deze 10 miljoen ton CO2, die in Barendrecht in 30 jaar moet worden opgeslagen voor het mondiale klimaatprobleem?
Jaarlijks wordt in Nederland 170 miljoen ton van dit afvalgas uitgestoten.
De ministers houden vol dat het project nodig is als leermoment. Als leerpunten wordt naast het technische aspect dat als bekend wordt verondersteld ook gewezen op de juridische kant en het draagvlak.
Heeft Barendrecht al niet genoeg geholpen om heel veel leermomenten op te leveren?
Is het gewoon geen tijd om de plannen hier af te blazen?
Eens ben je toch uitgeleerd?
Vast staat dat de gemeente indien het zover komt de juridische weg gaat bewandelen om het demonstratieproject tegen te houden. Het is dan aan de rechter om te beoordelen of er inderdaad een nationaal belang gediend is.
Ten slotte
We sluiten nu met ons besluit nee tegen CO2 in Barendrecht het eerste bedrijf rondom het besluitvormingsproces van de CO2 opslag af.
Het principebesluit dat wij vanavond nemen, nee tegen CO2 – opslag in Barendrecht betekent dat als er een tweede bedrijf komt, het gemeentebestuur nee zegt tegen de noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan en andere zaken waar de gemeente beslissingsbevoegdheid heeft.
Toch blijft het belangrijk dat Barendrecht in gesprek blijft met de provincie en de ministeries. Als hogere overheden in al hun wijsheid beslissen toch door te gaan, moeten wij hoe dan ook een vinger aan de pols houden. De veiligheid van onze generatie, maar ook van onze achterachterkleinkinderen moet maximaal gewaarborgd zijn.
Dank aan burgers, college en betrokken ambtenaren voor hun onaflatende inzet om tot dit voorstel te komen.
De CDA-fractie is tevreden over het traject dat we als gemeentebestuur, college en raad, gezamenlijk hebben doorlopen. Iedere fractie heeft haar rol in het proces op een eigen manier ingevuld. Dat is goed gebleken om maximale aandacht voor onze zorgen en vragen te krijgen.
De CDA-fractie zal de komende tijd in ieder geval door gaan aandacht te vragen voor de zorgen voor de veiligheid voor de CO2 -opslag in Barendrecht.
Onze CDA-partijgenoten in Provincie en Parlement zullen we scherp houden.
"Bezint eer ge begint" is zeker voor dit demonstratieproject in Barendrecht van toepassing.
Tot zo ver de bijdrage van de CDA-fractie aan de raadsvergadering:
Wethouder Zuurbier zal spoedig in overleg met de fractievoorzitters met een reactie komen op de brief van 26 juni 2009 van de ministers Cramer en van der Hoeven.
De eisen uit het toetskader, die het gemeentebestuur gelijktijdig met het nee tegen CO2 heeft geformuleerd zal gevolgd blijven worden. De raad zal hier zeker nog over komen te spreken.
Alle achterliggende stukken, die aan dit besluit ten grondslag liggen vindt u op www.cdabarendrecht.nl/CO2