Op zaterdag 28 maart 2009 hield de CDA-fractie van de Stadsregio een bijeenkomst met als onderwerp de bereikbaarheid van de Rotterdamse regio.
De stadsregio verricht momenteel de nodige inspanningen om meer mensen uit auto te halen en daarom het fietsen aantrekkelijker te maken. Aangezien dit streven van harte wordt ondersteund door de CDA-fractie, heeft Leo van Gelder, regioraadslid namens de Gemeente Barendrecht, een overzicht gegeven van wat er door de Stadsregio op dit terrein is ondernomen en wat de plannen zijn voor 2009.
Beleid
Het fietsbeleid van de stadsregio Rotterdam is vastgelegd in het Regionaal Verkeers-en vervoersplan 2003 – 2020 (RVVP) en de Regionale uitvoeringsagenda Verkeer en Vervoer 2007-2011 (RUVV). De stadsregio wil het gebruik van de fiets bevorderen en het gebruik van de fiets in het voor-en natransport stimuleren. Zij doet dit door vaststelling van een hoogwaardig regionaal fietsroutenetwerk. Dit fietsnetwerk bestaat uit (elf) regionale verbindende route en een heleboel regionale ontsluitende routes. De verbindende routes verbinden regionale woon- en werkgebieden en relevante attractiepunten met elkaar. De ontsluitende routes zorgen ervoor dat deze gebieden en attractiepunten vanuit alle richtingen per fiets bereikbaar zijn. Het totale netwerk is ongeveer 1.000 km. lang. Het netwerk vormt een raster op basis van de geografische ondergrond. De verbindende routes hebben een maaswijdte van 3 tot 5 kilometer. De ontsluitende routes hebben een maaswijdte van 1 tot 1,5 kilometer. Andere onderdelen van het fietsbeleid van de stadsregio zijn het bevorderen van het gebruik van de fiets in de reisketen en diefstalpreventie.
Het netwerk is grotendeels al aanwezig, maar er zijn nog een aantal ontbrekende schakels en er zijn delen waarvan de kwaliteit niet op het gewenste niveau ligt. De stadsregio is zelf geen wegbeheerder, dus om ontbrekende schakels op te heffen en de kwaliteit van slechte delen te verbeteren is zij afhankelijk van de wegbeheerders (gemeenten en waterschap Hollandse Delta). Met deze wegbeheerders maakt de stadsregio afspraken over de realisatie van projecten. De stadsregio verleent daarvoor subsidies. Voor het opheffen van ontbrekende schakels is dat 70% (oorspronkelijk 50%, maar tijdelijk verhoogd om wegbeheerders te stimuleren de ontbrekende schakels op te pakken) en voor de rest 50%. Het uiteindelijke doel is het netwerk compleet en van een voldoende kwaliteitsniveau te hebben. De helft van de elf verbindende routes is inmiddels bewegwijzerd. De kaart van de elf verbindende regionale fietsroutes is te vinden op de site van de stadsregio http://www.stadsregio.info/. In 2008 is de toestand van het hele regionale fietsnetwerk geïnventariseerd. Op basis hiervan wil de stadsregio in 2009 in het kader van de tweejaarlijkse uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders afspraken maken om verbeterprojecten uit te voeren. De inventarisatie zal ook gebruikt gaan worden bij onderzoek naar de sociale veiligheid van het netwerk.
Fiets in de keten
Veel mensen maken voor hun reis gebruik van meerdere vervoermiddelen. Bijvoorbeeld met de fiets naar het station om daar over te stappen op de trein en het laatste stuk met de metro naar kantoor. Om het gebruik van de fiets in die reisketen te bevorderen is het belangrijk dat naast de aanwezigheid van een goed fietsnetwerk ook voldoende en goede fietsparkeervoorzieningen aanwezig zijn bij de punten waar (snel en eenvoudig) op het openbaar vervoer kan worden overgestapt. Omdat er op veel OV locaties onvoldoende fietsparkeervoorzieningen aanwezig waren en de kwaliteit van de aanwezige voorzieningen vaak te wensen overliet is de stadsregio in 2006 gestart met het project "Fiets in de Keten". Een van de doelen van dit project was om bij haltes en stations van metro, TramPlus en regionale buslijnen voldoende fietsparkeerplaatsen te realiseren dat groei mogelijk zou zijn. Een tweede doel was om de kwaliteit van de parkeervoorzieningen te verbeteren. Dit betekende bijvoorbeeld de bouw van overkappingen waar dat mogelijk was. Een derde doel van het project was het tegengaan van vernielingen en diefstal. Een vierde doel was het realiseren van verhuurlocaties voor de OV-fiets, die vooral een rol kan spelen om het laatste stukje van de reis af te leggen. Het jaar 2006 werd gebruikt voor onderzoek naar welke fietsparkeervoorzieningen waar gewenst waren. In 2007 werd gestart met de uitvoering. Om de realisatie niet afhankelijk te maken van het wel of niet aanwezig zijn van voldoende financiële middelen besloot de stadsregio de voorzieningen voor 100% te bekostigen. Er werd € 750.000 voor het project gereserveerd. Het was de bedoeling dat dit een eenmalige actie zou zijn die aan het einde van 2007 moest zijn afgerond. De planvorming liep echter door allerlei procedures (eisen buitenruimte, vergunningen) zodanige vertraging op dat eind 2007 geconstateerd moest worden dat het project goed op stoom was gekomen, maar nog met een jaar verlengd moest worden om het succesvol te kunnen afronden. Aldus geschiedde. Er werd nog eens € 1 miljoen gereserveerd. In 2008 werd met ProRail een afspraak gemaakt om de fietsparkeervoorzieningen bij 10 NS-stations in de stadsregio uit te breiden. Het gaat daarbij om zo’n 2.500 plekken. In 2009 wordt de realisatie van de fietsparkeerprojecten afgerond. Er zijn dan in totaal zo’n 8.000 fietsparkeerplaatsen aan het areaal toegevoegd.
In het kader van het tegengaan van vernielingen en diefstal zijn in samenwerking met een aantal betrokken partijen enkele bewaakte fietsenstallingen tot stand gebracht. Daarnaast is in Barendrecht een proef gehouden met een innovatief diefstalpreventiesysteem. Het systeem wordt niet door iedereen gebruikt, maar de proef heeft wel opgeleverd dat het aanbieden van voldoende fietsparkeerplaatsen leidde tot een zodanig aanbod van fietsen dat uitbreiding noodzakelijk was, terwijl ook bij een andere TramPlushalte in Barendrecht fietsparkeervoorzieningen gerealiseerd mosten worden.
Een andere proef tegen fietsdiefstal en -vernielingen is onlangs gestart bij RandstadRailstation Melanchtonweg. Dit betreft een volautomatisch systeem met 48 kluizen, die – in tegenstelling tot de NS kluizen – niet gehuurd hoeven te worden. Iedereen kan er zijn/haar fiets in kwijt. Betaling (€ 1 per dag) per chipkaart. De kluizen zijn hufterproof.
In het kader van he project Fiets in de Keten zijn inmiddels 16 verhuurlocaties voor de OV-fiets tot stand gebracht. Een daarvan is bij Zuidplein, die daarmee de eerste locatie bij een metrostation in Nederland was.
Naast het bovenstaande draagt de stadsregio ook bij aan projecten van wegbeheerders die de verkeersveiligheid van fietsers bevorderen. In 1998 verscheen de tweede editie van de regionale fietskaart. In 2009 komt er een geheel nieuwe regionale fietskaart.