BARENDRECHT: De controle op bijstand voor vergunninghouders moet beter, aldus Jilles van der Stoep (CDA Raadslid).
Op 16 maart jl. hebben wij bericht over onze vraagstelling aan het college over de leenbijstand voor vergunninghouders. Het gaat hier om bijzondere bijstand die vergunninghouders krijgen voor hun woninginrichting. Het college heeft inmiddels op 21 maart de vragen van het CDA beantwoord.
Uit de antwoorden blijkt dat bij de besteding van de gemeentelijke gelden veel verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de vergunninghouders zelf. De gemeente controleert achteraf of het uitgegeven bedrag ook daadwerkelijk is besteed aan de woninginrichting.
Het college erkent dat er geen sprake is van een sturingsmechanisme op een correcte besteding vanuit de gemeente zelf.
Wel heeft de wethouder toegezegd dat de praktijkervaringen over de eerste helft van 2016 zullen worden bestudeerd op een juiste besteding van deze vorm van bijzondere bijstand.
Gezien de antwoorden van het college vindt het CDA het noodzakelijk om de vinger aan de pols te houden. De fractie zal dit doen door aan het college in het derde kwartaal te vragen of er wel voldoende grip op de bestedingen is.
Juist om deze bijzondere bijstandsregeling voor de vergunninghouders te kunnen blijven uitvoeren is het nodig om voor 100% duidelijkheid te hebben of het gemeenschapsgeld op de juiste wijze wordt besteed.
[avatar user=”Jilles” size=”thumbnail” align=”left” /]