BARENDRECHT | Het CDA steunde een motie van wantrouwen tegen wethouder Vermaat. Deze werd met 14 voor en 15 tegen weggestemd.
Tijdens de laatste raadsvergadering kwam de vraag aan de orde of wethouder Vermaat bij zijn aanstelling als wethouder de raad juist had geïnformeerd over het bezit van de panden van zijn broer.
Het bleek namelijk dat de broer van wethouder Vermaat ten tijde van aanstelling van het college van veel meer panden in het centrum in bezit had dan de wethouder in het gesprek met de fractievoorzitters kenbaar had gemaakt. Dit gesprek dat vooraf ging aan de benoeming van de wethouder vond juist plaats in het kader van integriteit.
Enkele uren voor de raadsvergadering stuurde de wethouder een brief aan de raad. Hierin verklaarde wethouder Vermaat wat hij in de integriteitscommissie gezegd zou hebben.
Tijdens de raadsvergadering gaf iedere fractievoorzitter zich niet te herkennen in de weergave van de wethouder. Alleen de vice-fractievoorzitter van de EVB begreep de woorden van haar wethouder en hoe je dat moest uitleggen. Ook uit de stukken waarin verslag werd gedaan van het gesprek bleek niet dat de wethouder de fractievoorzitters bij aanstelling juist had geïnformeerd.
Dit alles was voor de CDA fractie en de overige oppositiepartijen voldoende om een motie van wantrouwen tegen wethouder Vermaat in te dienen. Naast de oppositiepartijen stemden ook een aantal VVD fractieleden voor de motie.
Omdat wethouder Vermaat echter aan Dhr. Jippes toegaf dat hij de informatieverstrekking aan de raad nu anders gedaan zou hebben, stemde Dhr. Jippes tegen de motie van wantrouwen. Daarbij blijft de VVD fractievoorzitter van mening was dat de wethouder de raad onjuist heeft geïnformeerd. In de politiek wordt dit in zijn algemeenheid gezien als een “politieke doodzonde”. De motie van wantrouwen werd afgewezen met 14 voor en 15 tegen.
De kleinst mogelijke meerderheid dus.
Wethouder Vermaat hoeft niet op te stappen maar 14 van de 29 raadsleden hebben wel het vertrouwen in hem opgezegd.